camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

inzicht economische migratie

Legale migratie moet alles oplossen

Anderhalf jaar geleden was het nieuws: België zou in Marokko IT’ers opleiden om hier mee de gaten in de arbeidsmarkt te dichten. Vandaag is geen enkele deelnemer aan dat proefproject aangeworven. Toch maakt het model erachter school.

Door Kasper Goethals

zaterdag 19 juni 2021 om 3.25 uur

Een grensmuur in Texas. Vicepresident Kamala Harris vroeg migranten die naar de grens willen komen om van hun plannen af te zien. Alyssa Schukar/The New York Times

Vorige zomer was Sara Bouhamdane (24) klaar om naar Vlaanderen te komen. ’s Avonds aan tafel zocht ze online naar foto’s van Gent, Brugge en Antwerpen. Op Wikipedia las ze over het Belgische koningshuis en onze culinaire tradities. Ze had geen idee hoe het dagelijkse leven er concreet zou uitzien, maar dat zou zich ter plaatse uitwijzen, hoopte ze. Een toekomstige werkgever zou kunnen helpen om haar wegwijs te maken in de administratieve en culturele doolhoven. ‘Mijn vrienden willen allemaal graag naar Europa. Ik was trots op de kans die ik kreeg.’

De jonge vrouw was een van de 113 deelnemers van ruim 10.000 kandidaten uit heel Marokko die tussen november 2019 en juni 2020 een informaticaopleiding kregen van Palim, een project van het Belgische ontwikkelingsagentschap Enabel. In samenwerking met Marokkaanse en Vlaamse werkgeversorganisaties werden Marokkanen met een diploma, maar zonder vast werk, omgeschoold tot IT’ers. Een dertigtal onder hen zou naar Vlaanderen komen als aanzet om de grote krapte op onze arbeidsmark te verminderen. De rest kon in Marokko doorstuderen of werken.

Bouhamdane, de jongste van zeven kinderen uit een gezin in de lage middenklasse, twijfelde geen moment. Ze zag een advertentie voor het project op de website van de Marokkaanse VDAB en meldde zich aan. Voordien had ze al een technische en mechanicaopleiding gevolgd, en een tijdje als vluchtcoördinator gewerkt in de controletoren van een luchthaven. Een vaste aanstelling vond ze nergens. Met een jeugdwerkloosheid van bijna 25 procent (een cijfer van voor de coronapandemie) is de concurrentie groot. Voor elke twee jongeren die erbij komen op de Marokkaanse arbeidsmarkt, is er maar één nieuwe job. Het verklaart waarom 80 procent van Bouhamdane’s leeftijdsgenoten volgens peilingen graag – al was het maar voor even – in Europa zou werken.

‘Als je via een officiële route komt, verdien je beter, word je minder vaak uitgebuit en is de reis veiliger. Zodra de routes laagdrempelig en snel zijn, zullen mensen in de rij staan om legaal te migreren’

Michael Clemens

Amerikaanse ontwikkelingseconoom

Marokkaanse jongeren kennen Europa, ook als ze er nooit zijn geweest. Ze hebben familie wonen in Spanje, België of Nederland. Ze weten dat er werk is voor wie niet te kieskeurig is. Ze volgen succesvolle expats op sociale media en weten hoe het goede leven eruit kan zien. Het is een eenzijdig beeld. Ieder jaar riskeren duizenden jonge Marokkanen hun leven in bootjes richting de ­Canarische Eilanden, of zwemmen ze naar Spanje, om uiteindelijk terecht te komen in de Europese onderlaag van miljoenen mensen zonder papieren. Veilige, legale alternatieven zijn er nauwelijks. ‘Ik hou van mijn land en ik zou er niet snel voorgoed afscheid van nemen, maar soms lijkt de situatie uitzichtloos. België kon me een andere toekomst geven’, zei Bouhamdane tijdens een telefoongesprek vorige week.

De lof voor Palim was vanaf het begin erg groot. Europees commissaris voor Binnenlandse Zaken en Migratie Ylva Johansson reisde naar aanleiding van de eerste verjaardag van haar Europese mandaat, in december 2020, af naar Marokko voor het project. ‘Dit veelbelovende initiatief toont de toekomst van de Europese migratie’, klonk het. ‘Palim kijkt met innovatieve migratiemodellen naar de tekorten op de arbeidsmarkt in Vlaanderen’, twitterde ze. Door ook de Marokkaanse arbeidsmarkt te bedienen en niet al het talent weg te sluizen, hoopte Palim de problematiek van de braindrain van Zuid naar Noord te omzeilen. Tegelijk was het de bedoeling om te tonen dat het kan lonen om een legaal pad naar Europa te zoeken. Het geld voor het project kwam daarom uit het binnenlandse budget van de ­Europese Commissie, als onderdeel van de strijd tegen irreguliere migratie. ‘Het is duidelijk dat ons migratiebeleid veel selectiever moet worden, zoals bijvoorbeeld in Canada en Australië het geval is’, klonk het bij toenmalig minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD). ‘Dit proefproject is een begin.’

De invloedrijke Amerikaanse ontwikkelingseconoom Michael Clemens, van de denktank Center for Global Development in Washington, spreekt van ‘het enige werkbare en positieve model’ dat hij al gezien heeft om migratie in de toekomst te organiseren.

Nul

Uit navraag van De Standaard blijkt dat Palim, dat eind april werd afgesloten, weinig heeft opgeleverd op het vlak van migratie. Geen enkele Marokkaanse deelnemer is in België geraakt. Geen van de betrokken Vlaamse werkgevers bleek bereid om de IT’ers aan te werven. De voornaamste reden, klinkt het bij Enabel, was de komst van corona. De geplande bezoeken van bedrijven aan Marokko in maart 2020 moesten op het laatste moment worden geannuleerd. Het was, zoals overal, behelpen met een onlineplatform. Bovendien was de onzekere economische situatie tijdens de pandemie geen goede context om ‘risicovolle investeringen’ te doen in personeel. Veel bedrijven hebben een tijdje gewacht met aanwervingen.

Maar er speelde meer dan alleen corona, blijkt uit gesprekken met vijf personen die nauw betrokken waren bij het project. Zo leerden de deelnemers een programmeertaal die geen ideale match was met de Vlaamse bedrijven. Voor beginners die alleen met Java kunnen werken, wilden werkgevers geen 42.000 euro bruto per jaar neertellen – de loondrempel om een arbeidsvergunning te krijgen in Vlaanderen. Ook waren er ­bedrijven die bij aanvang nog hadden gezegd dat kennis van het Engels voldoende zou zijn, en die uiteindelijk toch ­liever mensen wilden die al een beetje Nederlands kennen.

Met een infraroodcamera spot de Libische kustwacht twee boten. Moises Saman / magnum photos

Bouhamdane en een twintigtal anderen verkeerden een tijdlang in de veronderstelling dat ze op weg waren naar Vlaanderen, maar kregen vorig jaar te horen dat de match met de Vlaamse werkgever geannuleerd was. ‘Ze zeiden wel dat er nog een kans is dat we later nog kunnen gaan’, zegt Bouhamdane. ‘Het project krijgt een vervolg en misschien kunnen we daarbij aansluiten.’ De Standaard sprak via Enabel met vijf deelnemers aan Palim. Bouhamdane vond ondertussen werk bij een IT-bedrijf in Casablanca, net als de 30-jarige Bani T’Ouagga Majida, die geniet van het telewerken in de hoofdstad en niet meer denkt aan België. Mohamed Boukricha was al gelinkt aan een Belgisch bedrijf en hoopt alsnog te komen. Mohamed Khalid en Marouane Achbari, beiden jonge twintigers, hebben een plek gekregen aan een Amerikaanse universiteit om zich bij te scholen. Zij zouden nog steeds overwegen om naar Vlaanderen te komen, zeggen ze, al hebben ze straks misschien ‘betere opties’. In totaal vonden 48 van de 113 deelnemers werk in Marokko.

Dat een project dat de toekomst van de Europese migratie wilde vormgeven heeft geleid tot nul migranten, lijkt de bezielers ervan nauwelijks te deren. ‘De pandemie konden we niet zien aankomen, maar we kunnen veel lessen trekken’, geeft Raffaella Greco, de hoofdexpert migratie en ontwikkeling van Enabel, toe. Vanuit de luchthaven, onderweg naar een ander Belgisch werkgelegenheidsproject in Senegal, vertelt ze enthousiast hoe Palim – ‘mijn kindje’ – internationaal school maakt. ‘Dit is een proefproject waar we hard voor hebben moeten vechten, het daagt de oude ­manieren van werken uit. Staar je alsjeblieft niet blind op het cijfer van het aantal mensen dat is gekomen. Het is makkelijk om een migratieproject op te zetten en zonder dat er veel voorwaarden aan zijn verbonden duizenden mensen naar hier te brengen die daarna weer terug moeten. Dat willen we niet. Ik ben ervan overtuigd dat we zonder de pandemie verschillende deelnemers in Vlaanderen hadden kunnen verwel­komen. Om de effectiviteit van een ­ontwikkelingsproject goed te kunnen ­meten heb je minstens acht jaar nodig.’

‘Een model voor de EU’, noemt Enabel Palim op zijn website. Dat is niet overdreven. Er komt een opvolger. Behalve in Marokko zullen ook in Egypte en Tunesië deelnemers worden gezocht. Aan Europese kant stapt behalve België ook Duitsland aan boord als land van bestemming. Het project krijgt een nieuwe naam – Thamm: Towards a ­Holistic Approach to Labour Migration Governance and Labour Mobility in North Africa – en het budget stijgt van 1,5 naar 30 miljoen euro. Het zal gemanaged worden door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en het Duitse ontwikkelingsagentschap Giz. ‘We bouwen de fundamenten van een Europa waarin economische migratie anders verloopt: veilig, menswaardig en voordelig voor alle partners.’

Stopbord

In november 2015 kwamen Europese ­regeringsleiders samen in de Maltese hoofdstad Valletta voor een spoedberaad over de migratiecrisis. Het was de periode waarin honderdduizenden vluchtelingen en migranten van Turkije naar Griekenland kwamen in gammele rubberboten. Beelden van lange rijen mensen die langs de Balkanroute trokken, wonnen persprijzen, het driejarige jongetje Alan Kurdi, dood aangespoeld op een strand, maakte de hoge tol tastbaar. De Europese leiders tekenden een actieplan uit, gebaseerd op vijf pijlers: de grondoorzaken van migratie aanpakken, legale routes openen, de mensenrechten beschermen, de strijd tegen irreguliere migratie en terugkeerakkoorden met landen van herkomst optuigen.

‘Er is veel te doen over de wenselijkheid van migranten in de maatschappij, maar ik kan niet anders dan constateren dat we zwartwerk niet zo erg vinden in Vlaanderen’

Jan Knockaert

Fairwork Belgium

Vooral de strijd tegen irreguliere migratie werd een topprioriteit. Er kwam een samenwerking met gewelddadige actoren zoals de Libische kustwacht en knokploegen van de Sudanese president, ontwikkelingsgeld bedoeld om de grondoorzaken van migratie aan te pakken werd ingezet om migranten onderweg in de Sahara te criminaliseren en Frontex werd het duurste Europese agentschap met 10.000 eigen geüniformeerde grenswachters die vuurwapens mogen dragen. De focus op mensenrechten deemsterde weg. Ook het idee van legale routes als alternatief bleef in de lade liggen. Toen een cartoonist in 2016 door IOM in Niger werd gevraagd om een grafische handleiding te ontwerpen met de legale routes naar Europa vanuit West-Afrika, gaf hij zijn opdracht na een week al terug. De tekenaar raakte zo gefrustreerd, omdat legale migratie zo complex was, dat hij niets beter kon bedenken dan een groot stopbord te ­tekenen.

Eind 2017 kwam er meer ruimte. Irreguliere migratie was met ruim 80 procent afgenomen, zowel in Griekenland als in Italië. De ‘toestand met een ontwrichtende impact op publieke opinies’, zoals historicus en filosoof Luuk Van Middelaar de migratiecrisis beschrijft in zijn boek De nieuwe politiek van Europa, was ontmijnd. De Commissie vroeg de lidstaten om projecten in te dienen die de blauwdruk konden vormen voor een ander soort migratie. Palim en zijn opvolger Thamm zijn daar een direct gevolg van.

Ook in de Verenigde Staten schuift het beleid die kant op. Twee weken ge­leden gaf vicepresident Kamala Harris een speech in Guatemala. Daarin vroeg ze migranten die naar de Mexicaans-Amerikaanse grens willen komen van hun plannen af te zien. ‘Don’t come’, zei ze. ‘Er zijn legale manieren.’ In een weinig opgemerkt maar historisch pre­sidentieel decreet van Joe Biden, dat hij uitvaardigde op 2 februari, wordt de strijd tegen illegale migratie uit Latijns-Amerika op drie punten uitgewerkt. Behalve betere bescherming van de grenzen en het aanpakken van grondoorzaken van migratie zoals natuurrampen, corruptie en bendegeweld, schuift ­Biden als eerste Amerikaanse president ‘legale routes’ naar voren als de manier om illegale migratie af te remmen.

Of projecten als Palim werken om mensen te ontraden in bootjes te stappen is voer voor discussie. De IT’ers die tijdens de eerste ronde van het project werden opgeleid, hebben in ieder geval nooit overwogen om op die manier hun leven te riskeren. Ze zijn niet de wanhoop nabij, vinden hun weg in de bureaucratie, zijn hoogopgeleid en hebben meestal al een netwerk. Toch zijn veel experten ervan overtuigd dat legale ­migratie kan werken, als je voldoende mensen laat komen en uit verschillende beroepsklassen. ‘We weten dat 100 procent van de mensen die in een bootje stappen liever op een legale manier zou reizen’, zegt Michael Clemens. ‘Als je via een officiële route komt, verdien je beter, word je minder vaak uitgebuit en is de reis veiliger. Je riskeert niet dat je van je geliefden wordt gescheiden. Als de routes laagdrempelig en snel zijn, zullen mensen in de rij staan om legaal te migreren. Dan zullen ze ook niet meer hoeven aan te kloppen voor asielprocedures, die daarvoor niet bedoeld zijn.’

Logan Airport in Boston. Joe Biden schuift als eerste Amerikaanse president ‘legale routes’ naar voren. Brian Snyder/reuters

Wie de beleidsteksten van Joe ­Bidens regering, de Verenigde Naties en de Europese Commissie erbij neemt, zou kunnen denken dat grootschalige legale migratie het wondermiddel is voor alle wereldproblemen. Niet alleen het probleem van de bootjes zou worden teruggedrongen. Legale migratie moet ook een antwoord bieden op de snelgroeiende Afrikaanse jeugdwerkloosheid, de wereldwijde ongelijkheid én de vergrijzing in het Westen. Nieuwe projecten kunnen zelfs klimaatvluchtelingen een uitweg bieden. Het is een verhaal waarin humanitaire en economische argumenten soms wat slordig door elkaar worden gebruikt.

Win-win-win

Migratie alleen vanwege de morele verantwoordelijkheid is steeds moeilijker verkoopbaar. Wijzen op een verdrag van de Verenigde Naties blijkt niet meer voldoende als argument. Vaker dan vroeger zijn utilitaristische argumenten onderdeel geworden van het discours van ngo’s.

‘In de eerste plaats biedt een systeem als Palim kansen voor de arbeidsmigrant zelf. Maar ook herkomstlanden zijn vragende partij voor het openen van legale routes’, zegt Flor Didden van 11.11.11. ‘Het geld dat migranten terugsturen naar het thuisland speelt daarbij een grote rol. Op legitieme vragen naar meer migratiekanalen botsen Afrikaanse landen nog steeds op een muur. In die zin kan dit een win-win-winverhaal zijn: voor de arbeidsmigrant, het herkomstland en België.’

De Koepel van Internationale Soli­dariteit, die zich bezighoudt met de ­wereldwijde strijd tegen sociaal onrecht, komt daarmee op één lijn met de Vlaamse werkgevers. ‘Het is typisch Belgisch om nu redenen te zoeken om het proefproject af te schieten, terwijl we juist stappen in de juiste richting zetten’, zegt Bert Mons van Voka. Toen ­Palim in 2019 werd gelanceerd, waren er 4.000 vacatures voor de functie van analist-ontwikkelaar en waren er maar 900 werkzoekenden. ‘Het is vijf over twaalf’, zei Mons toen in De Standaard(DS, 14 januari 2019). ‘De krapte op de arbeidsmarkt is gigantisch.’ Sindsdien is het probleem toegenomen, voegt hij eraan toe.

Deze week stelde de Nationale Bank de groeiprojectie bij (DS, 14 juni). De Belgische economie loopt weer als een tierelier en groeit dit jaar met 5,5 procent. Corona lijkt voorlopig verteerd. Om die groei te realiseren zijn nieuwe werkkrachten nodig, klinkt het bij de werkgevers, maar die zijn vaak moeilijk te vinden. De vergrijzing is bovendien nog niet op haar piek, waardoor de krapte op de arbeidsmarkt blijft toenemen. En niet alleen het vertrek van oudere werknemers vormt een uitdaging. ‘In vergelijking met onze buurlanden is het aantal niet-actieven bij ons heel hoog’, zegt arbeidseconoom Ive Marx. 1,4 miljoen Belgen tussen de 24 en 65 jaar – ruim een kwart van de bevolking op actieve leeftijd – is structureel niet aan het werk. Het gaat om mensen in de ziekteverzekering, op brugpensioen of met een leefloon. Ruim 200.000 anderen zijn werkzoekend. ‘Meer bepaald bij mensen met een migratieachtergrond is er een markant verschil met onze buurlanden’, zegt Marx. ‘We doen het op dat vlak zeer slecht, in het onderwijs swingt het contrast de pan uit, en dat voel je op de arbeidsmarkt.’

Mislukt

Vanuit de Vlaamse stembus komt intussen een luid signaal van publieke onvrede over migratie en diversiteit. Video’s van straatgevechten in recreatieparken worden massaal verspreid. Er wordt gesproken over de kinderen en kleinkinderen van arbeidsmigranten als ‘verloren generaties’. Het integratiebeleid van toen is volledig mislukt, vindt Mons. ‘Daarom wordt er in projecten als Palim een flankerend integratiebeleid voorzien.’ Hij begrijpt de ongerustheid bij veel Vlamingen, maar vindt ze onnodig. ‘IT’ers die naar hier komen, zijn ook niet degenen die op het strand van ­Blankenberge met parasols gaan gooien. De vooroordelen over Marokko zijn groot. Daarom is het zo belangrijk dat potentiële werkgevers voor projecten als Palim ook ter plaatse kunnen gaan om de mensen te ontmoeten.’

‘IT’ers die naar hier komen zijn niet degenen die op het strand van Blankenberge met parasols gaan gooien’

Bart Mons

Gedelegeerd bestuurder Voka West-Vlaanderen

‘Het is nogal makkelijk – en onjuist – dat men de gastarbeid vandaag afdoet als een totale mislukking. Gastarbeiders hebben de oude industrieën van textiel en steenkool tien jaar langer opengehouden, waardoor autochtonen konden gaan studeren. Dat was net een economisch succes’, zegt Tom Naegels aan de telefoon. Vijf jaar lang deed hij onderzoek naar arbeidsmigratie tussen 1945 en 1980 voor een boek dat dit najaar ­verschijnt. ‘Toen werden gelijkaardige dingen gezegd als nu’, vervolgt Naegels. ‘De gastarbeid werd in 1962 ook gepresenteerd als een win-win. Marokko had een arbeidsoverschot, Europese landen hadden een tekort. Iedereen, van ontwikkelingssamenwerking tot de Wereldbank, dacht dat de arbeiders hier vaardigheden zouden leren, om dan terug te keren en de economie in de herkomstlanden voort te stuwen. Maar migratie gaat over mensen. Je kan mensen niet in een mal duwen. Ze maakten de begrijpelijke beslissing om te blijven waar ze iets konden opbouwen. Ook integratie kwam toen al aan bod. In 1965 werden de eerste integratiecentra opgericht. Er werd toen ook al gesproken over de taal kennen, de kinderen naar school sturen. Alleen werden er niet ­voldoende middelen voor vrijgemaakt en te weinig plannen ontwikkeld voor een realistische integratie.’

De structurele problemen stapelen zich op, maar oplossingen liggen niet voor de hand, en dus wordt er voor de acute tekorten op nieuwe migratiekanalen gerekend. Veel wordt opgevangen door arbeidskrachten uit andere EU-landen, maar dat leidt tot een extreme vergrijzing en zelfs ontvolking van Centraal- en Oost-Europa. Het aantal gedetacheerden in België steeg tussen 2014 en 2019 met 22 procent, tot 257.728. Daarnaast wordt ons land draaiende gehouden door een enorme laag sans-papiers, waar we de precieze omvang niet van kennen. Aan de Dik­smuidelaan in Brussel staan iedere dag honderd mannen – leeftijdsgenoten en soms landgenoten van de deelnemers aan Palim in Marokko – klaar om in busjes te stappen en een dag te werken voor enkele tientallen euro’s. ‘De uitbuiting van die groep wordt in de praktijk nauwelijks bestraft. Als er al een veroordeling komt, weegt die meestal niet op tegen de winst van werken met goedkope arbeid’, zegt Jan Knockaert van Fairwork Belgium, dat de arbeidsrechten van mensen zonder wettige verblijfs­papieren verdedigt. ‘In de politiek is er veel te doen over de wenselijkheid van migranten in de maatschappij, maar ik kan niet anders dan constateren dat we zwartwerk niet zo erg vinden in Vlaanderen. Zwartwerkers krijgen niet het loon dat legale arbeidsmigranten krijgen, waardoor de prijzen laag blijven.’

Sinds de zesde staatshervorming van 2014 is economische migratie een gewestelijke bevoegdheid. Hoewel de toon van het debat hier vaak fors is, voert Vlaanderen een milder arbeidsmigratiebeleid dan Wallonië. Iedere twee jaar wordt een lijst met dynamische knelpuntberoepen samengesteld op basis van cijfers van de VDAB. De brede politieke consensus is de arbeidsmarkt te ontlasten. In 2019 gebeurde dat onder impuls van toenmalig minister van Werk Philippe Muyters (N-VA). Behalve IT’ers kunnen voortaan ook bakkers en slagers in het buitenland gezocht worden. Onder de huidige ­minister, ­Hilde Crevits (CD&V), wordt dat beleid voortgezet. 

Binnenland
Buitenland
Cultuur en media
Biz
Opinies
Sport
Life & Style